Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Een iegelijk, [24]die in Hem blijft, [25]die zondigt niet; een iegelijk, die zondigt, die heeft Hem niet [26]gezien, en heeft Hem niet gekend. 24. Dat is, die door een waar geloof met Hem gemeenschap heeft. 25. Dat is, die begeeft zich niet tot een kwaad en zondig leven, die laat de zonde over zich niet heersen. Want anderszins zo vallen ook de ware gelovigen soms wel in zonden, 1 Kon.8:46; Ps.19:13; Spreuk.20:9; Jak.3:2; hfdst.1 vs.8. Door het woord zondigen en de zonde doen, verstaat Johannes dan hier hetgeen Paulus noemt wandelen naar het vlees, Rom.8:1, en dienstknechten der zonde zijn, Rom.6:17. Zie ook Joh.8:34. 26. Namelijk met de ogen van het ware geloof, dat is, niet recht gekend, gelijk de volgende woorden verklaren.